Wanneer je je interieur gaat inrichten, moet je rekening houden met veel factoren. Je kiest kleuren, materialen en maakt een indeling die past bij jou. Je zal veel moeten uitproberen, want het plan dat in je hoofd zit, is altijd anders dan de werkelijkheid. Sommige combinaties die je heel treffend lijken, blijken toch niet zo goed samen te gaan. Of de kast die je graag wilde blijkt iets breder te zijn dan verwacht, waardoor deze niet naast de bank past. En om alles nog gecompliceerder te maken, komt het plaatsen van verlichting er ook nog eens bij. In dit blog gaan we dieper in op het effect van verlichting op je interieur. De nadruk leggen we hierbij op kleurtemperatuur. Want wat is dit nou eigenlijk en hoe haal ik er voordeel uit?

Wat is kleurtemperatuur?

Iedereen weet wat een kleur is en ook het begrip temperatuur is voor jou niets nieuws. Maar een kleurtemperatuur, wat is dat precies? Het heeft alles te maken met warme en koude kleuren. Warme kleuren zijn de kleuren die een kaars produceert. Een TL-buis heeft een neutrale kleur en normaal daglicht noemen we koud. Warm licht is dus geel, koud licht beschrijven we als wit. Dit meten we in Kelvin (K). Hoe lager de Kelvin-waarde, hoe warmer de kleuren zijn. Warm kaarslicht is ongeveer 1800-2400K, daglicht is ongeveer 6500K.

Wat kun je met deze wetenschap?

Je weet nu wat het verschil is tussen warm en koud licht, maar wat heb je aan deze informatie? Hoe vertaal je de K-waarde van een lichtbron in je lichtplan?

Bij het inrichten van je interieur is het begrip kleurtemperatuur belangrijk. Warm licht wordt geassocieerd met warmte, sfeer en gezelligheid. Koud licht is praktisch, met een klinische uitstraling. Wat betekent dit voor jouw lichtplan? Heel simpel, heb je helder licht nodig, bijvoorbeeld in de keuken tijdens het koken? Dan wil je een lamp met een hoge K-waarde. Wil je een lamp voor de sfeer? Gebruik dan een lamp met een warme kleurtemperatuur.

Tl-buizen zijn typische koude lichtbronnen. Je ziet deze veel in werkomgevingen. Met deze lichtbron probeert men het daglicht na te bootsen. Lampen met een neutrale kleur zijn wat minder helder, maar zorgen voor uitstekende verlichting. Denk aan verlichting in de badkamer of wc. Warm licht gebruik je om echt sfeer aan je kamer toe te voegen. Denk hierbij aan wandlampen of staande lampen. Plafondlampen zijn vaak een stuk neutraler, omdat deze als centraal lichtpunt voor meer praktische verlichting moeten zorgen.

Kan je de K-waarde zelf instellen?

Moderne technieken zorgen voor steeds meer mogelijkheden. Er zijn lampen die zowel warm als koud licht kunnen verzorgen. Vaak is er dan wel een aanvullende techniek nodig om de lamp te kunnen bedienen. Een dimmer is hier niet geschikt voor. Kleurtemperatuur en lichtsterkte (lumen) zijn namelijk twee verschillende dingen. Met een dimmer kun je een lamp feller laten branden, maar niet helderder. Heb je een armatuur die geen ingebouwde techniek heeft om de kleurtemperatuur aan te passen? Let dan goed op bij het kopen van een lamp dat deze de juiste temperatuur heeft.